Kyaiktiyo, de gouden rotspagode
Blijf op de hoogte en volg Conny
12 Oktober 2013 | Myanmar, Kyaikto
We beginnen de rit met 4 mannen. Enkele stops en 3 uur later eindigen we met een busje vol vrouwen, die in grote manden hun producten voor de markt mee hebben.
In Kyiatiyo worden we in volle vaart naar een grote truck gebracht, die zogenaamd op vertrekken staat. Nou dat duurt gauw een kwartiertje.
Het is ondertussen licht en het landschap waar we doorheen rijden doet tropisch aan met zijn rijstvelden, palmbomen en bamboe huizen. We zitten als enige blanken lekker ruim op de dwarsbankjes, want de mannen hangen liever 2 rijen dik achter aan de auto, dan dat ze vlak bij ons gaan zitten.
Op het plein van Kinpun, aan de voet van de berg met de rotspagode, staat een vrouw van het Sea Sar hotel. Wij gaan kijken en besluiten er te blijven. Beetje duurder dan normaal en ik had de badkamer iets beter moeten bekijken., maar met het terrasje voor de deur zijn we blij.
Douchen, koffie op ons terras en dan op zoek naar een ontbijt.
In de loods waarvandaan de trucks vertrekken naar de bergtop, staan trappen, alsof we op de rug van olifanten naar boven gaan. Het is proppen geblazen, op de smalle bankjes in de laadbakken. Onze westerse benen passen er niet tussen en de westerse konten passen er niet op. Op de bodem liggen suikerriet stengels, dus de voeten kunnen we ook niet kwijt. Ik kan me tussen twee mensen door aan de zijkant vasthouden. Mijn rechterarm wordt lekker gespierd, tijdens deze 3 kwartier durende achtbaanrit. Met de welvingen omhoog en omlaag, bewegen we organisch met z’n allen naar achter en naar voor. Soms hang ik achter het bankje en even later zit de voorbuurvrouw op mijn knie. Zo’n rit verbroederd, dus we hebben vrienden gemaakt, die we later steeds tegenkomen.
Boven is veel bouwactiviteit, er worden hotels opgeknapt en bij gebouwd. De omgeving moet klaargemaakt worden voor het komende toeristen seizoen. Het is een komen en gaan van dragers met grote ladingen op hun hoofd of in manden op de rug, wat een gesjouw.
De pagode rots is goed te zien, het wolkendek is hoog genoeg en later schijnt er zelfs een klein zonnetje op het goud.
Ook hier is het laatste stukje verboden voor vrouwen. Alleen mannen mogen goudblaadjes op de rots plakken.
Het is een van de heiligste plaatsen van het land, maar het voelt niet als zodanig. De hele omgeving heeft iets van een kermis. En het uitzicht wordt bedorven door de golfplaten daken van de huizen die net onder de top hangen.
Met puffende en blazende remmen schieten we naar beneden. Deze trip lijkt langer te duren dan de heenreis en het is een beetje eng wat mij betreft. De kinderen om ons heen vallen van al het geschud in slaap, och dat vertrouwen.
Later tijdens een wandelingetje door het dorp zitten we een tijdje naar een chinlon wedstrijdje te kijken. De jongens sloven zich een beetje uit met dit blanke bezoek op de bank. Ze willen van alles weten, maar er spreekt niemand engels en wat is de eerste vraag als er dan een engels sprekende jongen komt; hoe oud ben je? En gelukkig grote verbazing als ik mijn leeftijd zeg.
Terug in de toeristenstraat zijn we niet de enigen die op zoek zijn naar een diner.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley